184 PRINS WILLEM GEORGE FREDERIK VAN ORANJE EN NASSAU.
een beslissende neder-
sclioon gedenkteeken
en bracht hun bij Hondschoten
laag toe: sinds aldaar door een
vereeuwigd. Vier dagen later keerde Houchard zich tegen
de Nederlanders en het zwakke Oostenrijksche korps van
Beaulieu aan de Lijs en bij Meenen. Prins Frederik
wierp de Franschen aanvankelijk bij Werwick terug.
Maar terwijl hij met 5000 man stelling hield, hervatte
de vijand den volgenden morgen den aanval met zes
voudige overmacht. Tweemaal drongen de Franschen
in Werwick door; zij werden herhaaldelijk verdreven
maar bleven ten slotte meester van het dorp. Een hevig
kanon- en geweervuur bracht de Oostenrijksche cavalerie
op ’s Prinsen rechtervleugel tot wijken en veroorzaakte
groote verwarring bij de infanterie. Oprukkende tegen
de brug, trof een geweerkogel den Prins in den rechter
schouder. Hij stortte van het paard en werd door vier
huzaren van het slagveld gedragen. De Staatschen moesten
naar Meenen, vervolgens in de richting van Gent terug
gaan.
Hoe hevig er bij Werwick gestreden is, blijkt uit dever-
lieslijsten drie generaal-majoors en vier kolonels werden
gekwetst, drie andere hoofdofficieren gedood, drie gebles
seerd, en veertig andere officieren buiten gevecht gesteld.
Men vervoerde Prins Frederik over Brugge naar Sluis,
in een zeilvaartuig naar Rotterdam, vervolgens naar het
Huis ten Bosch. Ofschoon de wonde na herhaalde
operatiën en insnijdingen zich eindelijk sloot, is ze nooit
geheeld en beeft allengs ’s Prinsen gezondheid geheel
ondermijnd. De strijd te Werwick werd de oorzaak van
zijn ontijdigen dood in 1799.
In de eerste dagen van het volgende jaar ontving de
Prins „als blijk van erkentelijkheid voor de diensten in
„de jongste campagne bewezen en voor de gevaren,