195
HERINNERINGEN AAN KONING WILLEM II, ENZ.
edele Prins meer en meer de harten der Belgen voor
zich te winnen. Helaas, nimmer mocht hij het volk
besturen, dat hij zoo echt genegen was.
Het oproerig tooneelstuk in de la Monnaie „la Muette
de Portici" ontstak het reeds lang smeulende vuur in
laaiën gloed en toen in het vierde bedrijf Masaniello
zich verhief en het volk te wapen riep, stonden al de
toeschouwers op en duizende stemmen herhaalden de
woorden van den tooneelspeler„Aux armes, aux
arm es!"
Dienzelfden avond begon het oproer. Den 27en Augustus
kwamen de berichten van den opstand in ’s-Grravenhage.
Koning Willem I riep den ministerraad bijeen en er
ontstond een verschil vooral tusschen den Koning en
den Kroonprins.
De Belgen verlangden het ontslag van van Maanen,
den zoo gehaten minister. Deze bood zijn ontslag den
Koning aan; de Kroonprins drong er op aan, dat de
Koning aan het verlangen des Volks zoude toegeven,
doch Willem I wilde nog van geen toegeven weten.
Hij besloot de Generale Staten in eene buitengewone
zitting bijeen te roepen en inmiddels den Prins van
Oranje en Prins Frederik, aan het hoofd van een leger
naar Belgie te zenden, om de orde te herstellen.
De Prinsen kwamen den 29en Augustus te Antwerpen
en na eenige beschikkingen, opdat de orde aldaar zoude
bewaard blijven, trokken zij met een leger van ongeveer
20,000 man naar Brussel en legerden zich te Vilvoorden.
De Kroonprins begaf zich met zijn broeder naar het
paleis van Laken en ontbood den baron van Hoogvorst,
algemeen Commandant der burgerwacht, die zich on-
middelijk naar Laken begaf, in gezelschap van van der
Smissen en de Hotton, aanvoerders der burgerwacht,