197
HERINNERINGEN AAN KONING WILLEM II, ENZ.
Oranje.
fl'Fas geteeicend) Willem, Prins van
Frederik, Prins der Nederlanden.
dienst der surveillance te verlichten, welke de burgers
tot dit oogenblik hebben verricht, zoodra de niet wettige
kleuren en vlaggen, zijn neergelegd en de teekénen,
welke eene verdwaalde menigte heeft verwijderd, weder
op hunne plaatsen zijn hersteld”.
Deze bepalingen der prinsen veroorzaakten eene alge-
meene verontwaardiging onder de burgers. Men wilde
zich aldus niet onderwerpen en met nog meerdere in
spanning werkte men aan de verdedigingswerken.
Eene nieuwe deputatie vertrok toen naar Laken en
deze keerden ongeveer middernacht in de stad terug.
Des morgens werd de uitslag bekend gemaakt. De prins
van Oranje zoude zonder zijne troepen de stad binnen
trekken enkel vergezeld van zijne staf en hij zou zich
plaatsen onder de bescherming der burgerwacht.
De kroonprins rekende door deze moedige daad, welke
volstrekt niet zonder gevaar was, de harten der Brusse
laars te winnen.
Den volgenden dag, omstreeks den middag trok de
kroonprins, vergezeld van vier zijner officieren en de
hoofden der burgerwacht, Brussel binnen. De burger
wacht had zich in twee reiën geschaard van den brug
van Laken tot de Groote Plaats.
Wel moet het pijnlijk voor den kroonprins geweest
zijn, die talrijke verdedigingswerken te aanschouwen,
doch pijnlijker nog was het, die zwijgende menigte te
zien, uit welke geen enkele vreugdekreet, geen enkele
toejuiching opsteeg. Alles was plechtig, doch ’t was