199
HEBINNEBINGEX AAN KONING WILLEM II, ENZ.
mijn paleis”.
Brussel, den llde11 September 1830.
Willem, Prins
Emile van der Linden d’Hoogvorst, commandant der
burgerwachtden generaal d’Aubremé, lid van het
regentschapden hertog van Arenberg (die zich, op
mijn verzoek, welwillend met deze taak heeft willen
belasten); Stevens, lid van het regentschap, en secretaris;
is belast mij deze maatregelen voor te stellen. Zij zal
zich morgen den 12den September, ten negen uur des
morgens, vereenigen in mijn paleis”.
van Oranje.
Dienzelfden dag kwamen vijf afgevaardigden van
's-Gravenhage terug, en het antwoord des vorsten ver
ijdelde weder de pogingen van den edelen Kroonprins
om de orde te bevestigen. De inhoud van het antwoord
kwam in 't kort hierop neer, dat de Koning niets
wilde toestaan, met het pistool op de borst.
De gemoederen geraakten meer en meer in spanning
en men vreesde terecht het ergste, zoodat de Commissie,
door de prins aangesteld, eene proclamatie uitvaardigde,
waarin het volk de vaste hoop werd gegeven, dat hare
wenschen zouden worden verhoord.
Doch ook dit had geene gevolgen.
Den volgenden dag waren de gemoederen zoo opge
wonden, dat men een aanval tegen het paleis des prinsen
vreesde, zoodat de leden der Generale-Staten, die te
Brussel waren, zich naar den Kroonprins begaven, en
hem de noodzakelijkheid deden inzien van toe te geven aan
de wenschen des volks, dat eenvoudig eene scheiding
van administratieve!! aard vroeg.