200 HERINNERINGEN AAN KONING WILLEM II, ENZ. het dit geval getrouw te zijn aan onze verdediging?” Moeilijk viel het den Prins dezen wenscli toe te staan en eerst na lang aarzelen vroeg hij „Belooft gij in 1 Vorstenhuis?” .Wij zweeren het”, was het antwoord. .Zult gij u met de Franschen vereenigen, zoo dezen in België komen „Neen, neen”. „Zult gij met mij optrekken tot „Zeker, wij zullen het doen”. „Roept dan met mij: „leve de Koning!” „Neen, niet voordat onze wenschen verhoord zijn, doch leve de Kroonprins, leve de vrijheid, leve België Dienzelfden dag vertrok de Prins naar ’s-Gravenhage om zijnen vader het verlangen van het volk mede te deelen. De afgevaardigden der Generale-Staten vaardigden wederom eene proclamatie uit, waarin zij het volk met den uitslag bekend maakten, en waarin zij onder anderen zeidendat de bevestiging van het regeerend vorsten huis te midden van de opgewondenheid der gemoederen immer de eenstemmige wensch der Belgen was geweest en dat, zoodra de scheiding volkomen was, het huis van Oranje altijd kon rekenen op de gehechtheid en de gehoorzaamheid van alle Belgen. Ook de hoofden der burgerwacht richten eene pro clamatie tot het volk, met het verzoek rustig af te wachten, wat het antwoord des konings zou zijn, doch het slot geeft reeds een duidelijk beeld van den toestand: „De Luiksche vrienden hebben ons verzekerd, dat zij van af dit oogenblik ten dienste van hunne broeders in Brussel al de noodzakelijke hulpmiddelen stellen, menschen, geweren, versterkingen en zelfs artillerie. Zoodanig is

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 335