203
HERINNERINGEN AAN KONING WILLEM II, ENZ.
De zaken zullen met de Besturen en afzonderlijke
personen behandeld worden in de taal, welke zij zullen
verkiezen.
Al de plaatsen, afhankelijk van dit Gouvernement,
zullen aan personen gegeven worden van de Provinciën,
die het samenstellen.
De grootste vrijheid zal gelaten worden ten opzichte
van het onderwijs der jeugd. Andere verbeteringen
zullen nog beantwoorden aan den wensch der natie en
de eischen van den tijd.
Medeburgers, om onze wensehen te verwezenlijken,
vragen wij u niets anders, dan uwe krachten met de
onze te vereenigen en alsdan geven wij de verzekering
al de politieke fouten te zullen vergeten, die er vóór
deze proclamatie bedreven zijn. Om beter het doel,
’t welk wij ons hebben voorgesteld, te bereiken, roepen
wij aller licht in, zal elke nuttige raadgeving ons aan
genaam zijn, zullen wij ons omgeven door verschillende
inwoners, die uitmunten door hunne vaderlandsliefde.
Dat allen, die met hetzelfde gevoelen bezield zijn, niet
vertrouwen tot ons naderen. Belgen, door deze middelen
hopen wij deze schoone streek te redden, welke ons
zoo dierbaar is.”
De Kroonprins koos toen tot zijne raadslieden, de
heerende Graaf van Aarschot, de Graaf van Celles,
de Baron Surlet de Chokier, Collet, Ch. de Brouckere,
Henri Cogels, Goelens, Veranneman, Fallon, de Gerlache
et Ch. Le Hon.
Om de Belgen nog meer voor zich te winnen, maakte
hij als zijn voornemen bekend een nationaal leger opte-
richten onder het bevel van den Generaal van Geen.
Ware dit alles eerder gebeurd, de Prins had zeker
onder de toejuichingen des volks het Bestuur aanvaard