205
HERINNERINGEN AAN KONING WILLEM II, ENZ.
het Voorloopig Bewind
De laatste hoop
„Belgen, ik heb getracht u al het goed te doen, dat
in mijn macht was, zonder dat ik het edele doel heb
kunnen bereiken, waarnaar ik uit al mijne krachten
Een oogsnblik scheen de zaak des Prinsen gunstig.
Het volk kon zijn eerbied niet weigeren aan den
Prins, die alles wenschte op te offeren, om België voor
verdere rampen te sparen. Velen meenden zelfs, dat de
Kroonprins op het verzoek van
dezen brief had geschreven.
Doch den volgenden dag verscheen er eene proclamatie
van het Voorloopig Bewind, waarin ten krachtigste
werd geprotesteerd tegen den brief van Prins Willem.
Thans was het niet enkel meer te doen om de vrijheid,
doch men wilde de vrijheid zonder Oranje. „Sur
Bruxelles”, aldus zong het volk,
„Sur Bruxelles, au pied de l’archange
„Ton saint drapeau pour jamais est planté,
„Et, fier de verdir Sans VOrange
„Croit l’arbre de la liberté”.
De laatste hoop van den Kroonprins werd verijdeld,
daar Koning Willem I hem, den 20sten October, het
bestuur ontnam en zich in een bericht aan de Generale
Staten op de groote mogendheden beriep, opdat deze
zouden beslissen tusschen hem en de oproerige Belgen.
De Prins onderwierp zich aan deze vernedering. Den
25en October vertrok hij uit Antwerpen naar Engeland.
Nog scheen hij alle hoop niet te hebben opgegeven,
dat eenmaal zijn lievelingsidée in vervulling zou treden.
Dit wordt duidelijk bewezen door zijne laatste
proclamatie