214
KONING WILLEM II ALS KRIJGSMAN.
Ofschoon de Erfprins bij zijn terugkeer op den Vader-
landschen bodem in de te vormen Nederlandsche krijgs
macht was aangesteld tot Generaal der Infanterie en
Inspecteur van alle wapenen en van de opterichten
Nationale Militie, behoorde hij feitelijk nog tot het
Engelsche leger, waarin hij bij zijn vertrek uit Spanje
was bevorderd tot Generaal-majoor. Als zoodanig aan
vaardde hij den 21ste Juli 1814 te Brussel het opper-
herhaalde malen in gevaar om in het bedekte, weinig over-
zichtbare terrein te worden gevangen genomen of te
blijven in een dichten kogelregen op korten afstand. Bij
het gevecht van Sorauren wordt hem voor de eerste
maal het paard onder het lijf doodgeschoten. Omdat
zooals Welington aan het slot van zijn rapport over de
laatstbesproken operatiën schrijft Z. D. H. de
Erfprins van Oranje met al wat er is voorgevallen en
met den toestand van het leger volkomen bekend is,
draagt hij hem op dat rapport tot het geven van nadere
toelichtingen naar Engeland over te brengen.
Zoo verlaat de Prins voor eenigen tijd het oorlogs-
tooneel om echter al kort na zijne terugkomst den
7de October getuige te zijn van den overtocht der grens
rivier de Bidassoa en mede den voet te kunnen zetten
op het Fransche grondgebied.
Nog woont hij daar den 10(,e November den slag
aan de Nivelle bij, maar kort daarop komt voor hem
het uur van scheiden van zijn beproefden leermeester.
Het Vaderland, dat zijne kluisters heeft afgeschud, waar
Oranje en Nederland elkander hebben teruggevonden,
roept den één-en-twintigjarigen krijgsman, wiens hoofd
en wiens arm het mede behoeft, om de herboren vrijheid
te helpen bevestigen.