220
KONING WILLEM II ALS KRIJGSMAN.
kantonnementen op de tijding van Napoleon’s inval en
het achtereenvolgens uit verschillende richtingen aan
komen op het gevechtsveld bij Quatre Bras was de
oorspronkelijke ordre de bataille van Wellington’s leger
verbroken en zoo werd hij genoodzaakt in de genomen
stelling dat leger, wat de aanvoering aangaat, eenigszins
anders in te deelen. Aan zijne beproefde Generaals
Picton en HiH het bevel gevende over den linker- en
rechtervleugel, vertrouwde hij de aanvoering van het
centrum toe aan den Prins van Oranje. Aldaar stonden
in eerste linie de Engelsche garde divisie Cooke en de
divisie Alten, daar achter het geheele Brunswijksche
korps en het Nassausche contingent en daarna in derde
en vierde linie vier Engelsche en drie Nederlandsche
brigades cavalerie, welke laatsten echter voor den 18de
Juni met de gezamentlijke ruiterij onder de bevelen
van den Engelschen generaal Graaf van Uxbridge waren
gesteld.
Nadat de Prins van Oranje in den afschuwelijk
woesten nacht van 17 op 18 Juni in eene eenvoudige
boerenhoeve zonder eenige geriefelijkheid een onderkomen
had gevonden, was hij reeds voor het aanbreken van
den dag in de weer om zich te doen overtuigen van
een behoorlijk verband tusschen het centrum en den
rechtervleugel en meer bepaald met de divisie Chassé,
die het stadje Braine la Leud en omstreken bezet hield.
Daarna naar de stelling rijdende werden door zijne
bemoeiingen de nagenoeg uitgehongerde soldaten der
brigade van Bylandt van eenig voedsel voorzien en de
groote weg naar Brussel begaanbaar gemaakt voor de
daarover oprukkende munitietreinen, waardoor Welling
ton’s troepen den zeer schaars geworden patronenvoor-
raad konden aanvullen.