223
KONING WILLEM II ALS KRIJGSMAN.
geweerkogel
strijd moet staken tegen die pal staande Infanterie die,
■wakker ondersteund door de Engelsche en Nederland-
sche ruiterij, hare stelling weet te bewaren trots de
afgrijselijkste verliezen aan dooden en gewonden.
En te midden van die onverpoosde aanvallen en
tegenaanvallen der ruiterij rukt de Fransche infanterie
op nieuw ten aanval op tegen la Haye Sainte. De Prins
zendt tot afweer haar twee bataljons te gemoet: zij
worden onder den voet gereden. Maar hunne makkers
steeds in carrés geschaard blijven als rotsen staan op
de aansporing en het voorbeeld van den Prins van
Oranje, die te midden van den chaos den Hertog belooft
„dat hij geen duim gronds zal verliezen” en daar diens
verzekering ontvangt „dat hij voor dit gedeelte zijner
stelling geen zorg koestert, omdat het in zoo goede
handen is.”
Toch gaat la Haye Sainte verloren, nieuwe Fransche
bataljons dagen op en beginnen de carrés der Ver
bondenen met tirailleurvuur te teisteren terwijl vijande
lijke opgereden batterijen geheele gelederen wegmaaien.
Nog houdt het centrum, nog voert de Prins achtereen
volgens onze karabiniers en de lichte brigade de Ghigny
ten aanval tot omstreeks half acht de Keizer eene laatste
poging waagt om dat centrum te verpletteren. De oude
garde, de keurbende beproefd in zoo vele veldslagen,
zal het den genadeslag toebrengen. De Prins van Oranje
ziet het naderende gevaar en geheel alleen rent hij naai
de Nassausche troepen die thans in de voorste linie
staan, om ze aan te voeren tot een tegenaanval, toen
zijn paard wordt neergeschoten en hij zelf ter aarde
zinkt door een geweerkogel in den linkerschouder ge
troffen
Op het oogenblik der beslissing vloeit op nieuw het