231
KONIXG WILLEM II ALS KRIJGSMAN.
zijner adju-
door dezen
den generaal-
van eene sectie rijdende
en te trachten den
aan te vallen. Uit
die generaal weldra
vollen aftocht op
en
In den vroegen morgen van den 8stü Augustus bleek
weldra uit de verkenningen der uitgezonden cavalerie-
patrouilles, dat eenige dorpen, die den vorigen avond
in handen der Belgen waren gebleven, thans door hen
waren verlaten en werd omstreeks 7 uur bij de 3e divisie,
in welker marschbevel was gelast den vijand met geweld
te verdrijven indien het terrein werd verdedigd, duidelijk
dat zij niet de geheele macht van Daiue, maar alleen
diens achterhoede voor zich had. Door eene uitgebreide
tirailleurline werd deze voet voor voet teruggedreven
en gedurende die beweging verspreidde zich het gerucht,
dat de vijandelijke aanvoerder den hem aangeboden slag
niet aannam, maar door Hasselt op Tongeren was
teruggegaan.
De Prins van Oranje die zijn hoofdkwartier des nachts
te Diest had gehad en die zich aan het hoofd van de
3e divisie ophield, zond onmiddellijk een
danten op verkenning naar Hasselt en
zekerheid bekomen hebbende van Daine’s aftocht, gelastte
hij aan de brigade lichte cavalerie van
majoor Boreel om vergezeld
artillerie de stad door te trekken
aftrekkenden vijand in te halen en
de stad in de vlakte komende zag
het geheele leger van de Maas in
Tongeren. Terstond legt de rijdende artillerie af
algemeenen aanval op de troepen van Daine te doen”
en dat zoo geheel overeenstemmend met het karakter
van den Prins van Oranje eindigt met de woorden
Zijne Koninklijke Hoogheid stijgt morgen vroeg te
5 ure te paard en zal zich ophouden daar waar zijne
tegenwoordigheid wordt gevorderd of wel het sterkst
wordt gevuurd”.
In den vroegen morgen