232 KONING WILLEM II ALS KRIJGSMAN. gieren hare kogels en granaten in de gelederen der Belgische achterhoede die weldra in de schromelijkste verwarring geraakt. De dragonders houwen in. tal van vijanden worden gedood, omvergereden of' gevangen genomen, vijf stukken geschut, een onmetelijke buit van weggeworpen krijgsbehoeften is het loon der wakkere ruiters. Dat alles geschiedt onder het oog van den Vorstelijken Opperbevelhebber en ofschoon daarop een deel der Belgische macht zich aan de verwarring onttrekt en front biedt, hij heeft den toestand alras beoordeeld en goed beoordeeld: hij laat het aftrekkende Maasleger aan zijne slecht gesternte over om zich thans te wenden tegen ’s vijand hoofdmacht, het leger van de Schelde. Bij het nemen van dat besluit was het den Prins van Oranje bekend dat de generaal de Tiecken eindelijk uit zijn werkeloosheid was ontwaakt en zich in de richting van Diest in beweging had gesteld en dat een aanzienlijk Fransch hulpleger aan de Zuidelijke grenzen van België gereed stond om op de eerste aanvraag om ondersteuning dat land binnen te rukken. Wilde hij de voordeelige kansen om tot eene volledige zegepraal te geraken niet uit de handen geven, dan was nu snel handelen tegen het Scheldeleger geboden. Daartoe werden den 9de Augustus de noodige bevelen uitgevaardigd en de inleidende bewegingen begonnen. Tegenover het door Tongeren in wanorde op Luik teruggetrokken Maasleger werd de reservedivisie bij Hasselt achter gelaten en Tongeren door een gedeelte van het garnizoen Maastricht bezet, het geheele overige veldleger zoude zich in Westelijke richting in beweging stellen. Daarbij werden de le en 3e divisiën in hoofdzaak bestemd tot den aanval in front en flanken en moest de 2e divisie

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 368