233 KONING WILLEM II ALS KRIJGSMAN. trachten het Schehleleger te omtrekken om het zoo doende in te sluiten en tot de overgave te noodzaken. Van een aanvallend optreden van laatstgenoemde troepenmacht was niets gekomen. Toen toch Koning Leopold den 8stfi Augustus het Schehleleger in de omstreken van Aerschot had vereenigd en gereed stond om daarmede den volgenden dag in de richting van Diest en dus in den rug van het Nederlandsche leger vooruit te rukken, bereikte hem de tijding van Daine’s nederlaag en aftocht naar Luik. Van zamenwerking met dezen kon dus geen sprake meer zijn, er bleef slechts één middel over om de hoofdstad Brussel te redden, namelijk een snelle terugtocht op Leuven in de hoop aldaar de Nederlandsche krijgsmacht op te houden tot de aankomst van het nu ter hulp geroepen Fransche leger. Als gevolg van de door den Prins van Oranje gegeven bevelen tot een opmarsch in Westelijke richting werd door de le divisie in den namiddag van den 1 0de Augustus reeds bij Beeckevoort voeling gekregen met de meest vooruit geplaatste troepen van het Schehleleger. De 2e divisie bezette Thienen, dat door den vijand een oogenblik scheen te zullen worden verdedigd, maar door hem werd verlaten nadat de Hertog van Saksen Weimar tot twee malen toe brand had laten schieten in de bezette huizen. De 3e divisie rukte dien dag op tot Sint Truyen en omstreken, in welke stad de Opperbevelhebber zijn hoofdkwartier vestigde. Den llde Augustus zétte de le divisie haren roarsch in de richting van Leuven voort zonder evenwel veel terrein te winnen, wat met voorbedachten rade geschiedde om de 3e divisie op gelijke hoogte te doen komen en om aan de 2e een voorsprong bij de voorgenomen orii-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 369