236 KONING WILLEM II ALS KRIJGSMAN. merkende, reed ter verkenning door die straat vooruit en gelastte om onnoodige verliezen te voorkomen, dat het dorp zoude worden verlaten en de troepen rechts en links daar omheengaande de'vijandelijke stelling op de flanken zouden aanvallen. Terwijl hij daartoe de noodige aanwijzingen gaf trof een kanonkogel zijn paard en zagen zijne stafofficieren met ontzetting de witte veldheerspluini ter aarde vallen, wat tot de onderstelling leidde, dat ook de geliefde aanvoerder zoude getroffen zijn. Maar dadelijk klonk het geruststellend en bedaard uit 's Prinsen mond: „Ik heb niets, volstrekt niets, Mijne Heeren!” en vlug bestijgt hij een ander paard en rijdt voort in de richting van den vijand om de voorgenomen beweging op nieuw te regelen. Met goed gevolg wordt deze bekroond, reeds verlaat de vijand hier en daar in verwarring zijne stelling, reeds is bevel gegeven aan het grootste deel onzer ruiterij om door een algemeenen aanval hem totaal uit elkander te slaan, toen eene geheel onverwachte omstandigheid die be weging doet staken. Tusschen Bautersem en Lovenjoul wordt de Prins ontmoet door Lord Russell, die hem een brief over handigt van den Engelschen gezant in België, waarin de wensch was uitgedrukt, dat de vijandelijkheden zouden worden gestaakt en tevens werd kennis gegeven, dat een Fransch leger om aan dat verlangen van Frankrijk en Engeland klem bij te zetten, reeds tot Wavre was vooruitgerukt, zoodat elk schot afgegeven na ontvangst van dat schrijven zou worden beschouwd als eene oorlogs verklaring aan die beide mogendheden. De Prins van Oranje, die sedert den vorigen avond door den Koning was gemachtigd bij de verschijning van het Fransche hulpleger de vijandelijkheden te staken, stelde als

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 372