248
PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN.
’s-Gravénhage
berg, en wel bij de samengestelde divisie van den
generaal von Zieten, die zich persoonlijk veel moeite
gaf om den Prins te onderrichten. Gedurende den twee-
daagschen slag bij Dresden (26 en 27 Augustus 1813)
bleven de troepen van von Klux in reserve: de Prins
was daaraan toegevoegd en kwam op die dagen zelden
in het vuur. Bij den hachlijken toestand, waarin het
Groote Leger verkeerde gedurende den terugtocht en
bij de nadering van den Franschen generaal Vandamme,
liep het leven van den Prins bij Culm groot gevaar
(30 Augustus). Z. D. H. vertoefde van 16 tot 19 October
onafgebroken op het bloedige slagveld van Leipzig.
Reeds op den eersten dag leed de brigade von Klux
zulke ontzaggelijke verliezen, dat generaal von Kleist,
bezorgd voor de hem opgedragen verantwoordelijkheid,
den Prins bij Wachau in zijn onmiddellijke gevolg liet
overgaan. Des avonds ontmoette hij o. a. Prins Leopold
van Saksen-Coburg, later de mede-minnaar van zijn
broeder te Londen, in 1829 ’s Prinsen mededinger naar
de kroon van Griekenland, dien Prins Frederik wijselijk
heeft afgewezen, in 1831 als Koning van België, zijn
tegenstander. Gedurende het overige verloop van den
Drie-Keizers slag bleef Prins Frederik bij den generaal
von Kleist of in de nabijheid van den Koning van Pruisen.
Met het legerkorps van generaal Kleist volgde Prins
Frederik de Franschen over Auerstiidt en Weimar naar
Erfurt, welke vesting werd ingesloten en gebombardeerd.
Den 17den November 1813 plaatste de Koning zijn
neef over bij het derde Pruisische legerkorps van het
Noorder-leger onder den luitenant-generaal von Bülow,
hetwelk bestemd was om met de Russen onder den
graaf von Winzingerode tot ondersteuning der spontane
volksbewegingen in ’s-Gravenhage en Amsterdam de