250
PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN.
een
zijn vaderland,
den Souvereinen Vorst
benoemd tot Kolonel der
oorlog moest de Prins terugkeeren naar
alwaar hij bij Besluit van
dd. 26 December 1813 was
Infanterie en Grootmeester der Artillerie.
Met deze benoemingen trad de jeugdige Vorst
bedrijvig tijdperk in van zijn veelbewogen leven. De
eerste werkzaamheden golden de samenstelling
een nieuw
artillerie, aan welk wapen hij
van den vrede in Europa een I
wikkeling en groote voortreffelijkheid heeft weten te
geven. Hij was tegenwoordig bij het openen van
bombardement van Naarden (4 April 1814) en verge
zelde als tweede bevelhebber zijn ouderen broeder bij
het leger te velde tot verovering van Bergen-op-Zoom
en het fort Lillo.
Tot heden had aan den Prins, in dit opzicht minder
gelukkig dan zijn broeder, de gelegenheid ontbroken
om zijne studiën op de hoogeschool te voltooien.
Nauwelijks scheen de vrede bekrachtigd, óf Prins Frederik
werd als student op den 18de11 October 1814 te Leiden
het eerst ingeschreven in het te dien jare herstelde
„Album Academicum”. Maar de terugkomst van Napoleon
uit Elba was oorzaak, dat de Prins de universiteit moest
verlaten, alvorens te kunnen promoveeren.
Op 16 Maart 1815 was hij in de vergaderzaal der
Staten-Generaal te ’s-Gravenhage tegenwoordig bij de
aanvaarding der Koninklijke waardigheid door den
Souvereinen Vorst. Dagelijks werkte hij met den gene
raal-majoor baron de Constant Rebecque, chef van den
generalen staf, aan de plannen tot samentrekking van
het eerste Koninklijke Nederlandsche leger, waarover
de Prins op 4 April te St. Truijen het bevel aan-
van
leger, inzonderheid de organisatie van de
na het volkomen herstel
hooge mate van ont
liet