265
PEINS TBEDEBIK DEB NEDERLANDEN.
zijd
steeds met voorbeeldige nauwgezetheid waargenomen:
dikwerf keerde hij van verre reizen terug, enkel om
de opening der vergadering van de Staten-Generaal
bij te wonen. De school, waarin Prins Frederik was
opgegroeid, verklaart het, dat hij in de laatste jaren
der regeering van zijn vader, meer nog gedurende
het bestuur van Koning Willem II, het drijven tot een
doortastende grondwetsherziening met angst aanschouw
de. Bij overweging der beraadslagingen in de Staten-
Generaal, in den Raad van State en in de vergaderingen
van den kabinets-raad der jaren 1847 en ’48 stond
de Prins zijn brqeder, eveneens wijlen Koning Willem
III bij Hoogst Deszelfs troonsbeklimming, met schrander
inzicht en goeden raad ter zijde. De afkondiging van
de nieuwe grondwet in 1848 maakte diepen indruk
op 'Prins Frederik: ten volle gevoelde hij, dat het
hoofd van den staat voor zich en voor de erfgenamen
van de kroon afstand had gedaan van belangrijke
rechten, zich voortaan met een beperkt gezag zou
moeten vergenoegen. Verschil van inzichten op staat
kundig gebied verminderde geenszins den eerbied, welke
de Prins gevoelde voor de macht van het genie. Hoe
weinig Prins Frederik overigens de inzichten deelde
van den geleerden ontwerper van het voorstel tot her
vorming van onze staatsregeling in 1844, gevoelde
’s Konings broeder zich sterk aangetrokken door zijn
uitstekende talenten, en droeg den hoogleeraar mr. Thor-
becke veel achting toe. Groote denkers en staatslieden,
heldhaftige bevelhebbers, bekwame officieren en allen,
die zich op een of andere wijze verdienstelijk hadden
gemaakt jegens het vaderland, vonden een open hart
bij den Prins, wiens vermaardheid als gastheer wijd en
zijd in het buitenland was verspreid. Zijn invloed en zijn