266
PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN.
vriendschap met Keizer Willem I hebben meermalen
gestrekt om miskenning van Neerland’s rechten, op
die wijze bedreiging van onze grenzen te voorkomen.
Onder de menigvuldige instellingen, waaraan de naam
van Prins Frederik blijft verbonden, verdient de Vrij
metselarij een voorname plaats. Op 26 Juli 1816 werd
Prins Frederik gekozen tot Grootmeester-Nationaal der
orde in Nederland: als zoodanig sedert 1756 de negende
titularis.
Hoogst zorgelijk waren de tijden, toen Prins Frederik
de moeilijke taak van het grootmeesterschap aanvaardde.
Portugal, Spanje, Italië, Beieren, Rusland en nog andere
landen van Europa hadden vervolgingen ingesteld tegen
de vrijmetselaren, en de Heilige Stoel had hare ban
vloeken over hen uitgesproken. Maar de jonge Groot
meester aarzelde niet. Rusteloos werkzaam en getrouw
aan den éénmaal afgelegden eed, handhaafde hij de
instellingen der orde in Nederland en waakte onver
poosd voor haren bloei. Met de aan het hoofdbestuur
verbonden zeer ervaren broederen beraamde Prins Frederik
de middelen tot wering van stelsels, die Nederland
dreigden binnen te sluipen tot verderf van het zuivere
begrip der vrijmetselarij. Hij werkte mede tot de
invoering der ritualen, welke de hoofdgedachten huldigen
en bewaren der groote moeder-loge van Engeland,
waarvan het Nederlandsche Groot-Oosten afstamttot
vaststelling van wetten en reglementen van bestuur,
die in verschillende tijdperken zijn tot stand gekomen.
Steeds verleende hij zijn medewerking en beijverde
zich om getrouw te blijven aan het eenmaal inge
nomen standpunt der orde, bij de verkondiging eener
voor alle volken bevattelijke en toepasselijke leer,