268
PEINS FBEDBBIK DEB, NEDERLANDEN.
behoeftigen.
vaardde in
maatschappijenvereenigingen of genootschappenook
wanneer particulieren zijn bijstand inriepen. De Prins
luisterde dan meer naar de inspraak van het hart,
dan naar koele berekening of waarschuwing van het
verstand. De eer der oude Nederlandsche familiën lag
den Prins na aan hart. Gelukkig voelde hij zich,
wanneer zoo als enkele malen geschiedde zijne
weldaden het gewenschte gevolg opleverden of met
dankbaarheid werden beloondmaar al te dikwerf was
ondank het loon van den aanzienlijken gever. Nog leven
er, onder de aanzienlijken van den lande, die nimmer
aan hunne zonen hebben beleden, wat zij verplicht zijn
aan Prins Frederik der Nederlanden
Inzonderheid toonde zich de krachtdadige medewerking
van den Prins om in Noord- en Zuid-Nederland de
philanthropische inrichtingen in het leven te roepen,
welke in de eerste jaren van het herstelde koninkrijk
zijn ontworpen door generaal Johannes van den Bosch.
De ontzaggelijke offers in geld en in bloed, welke
gedurende het twintigjarige tijdperk van de Fransche
overheersching aan Nederland waren afgeperst, de
tiërceering van de staatsschuld, de stilstand in handel,
nijverheid, fabriekswezen, enz. hadden tal van huisge
zinnen verarmd, sommigen tot den bedelstaf gebracht.
Deze achteruitgang had vooral teruggewerkt op de
arbeidende klassen. Volgens de officiëele opgaven van
1816 telden alléén de noordelijke provinciën 190000
Prins Frederik der Nederlanden aan-
1818 den voorzitterstoel der commissie,
welke zich ten doel had gesteld om door het stichten
eener landbouw-kolonie in Noord-Nederland de al-
gemeene armeninrichting te hervormen. Zijn be
moeiingen leidden reeds op den lsten April 1818