270
PEINS FREDERIK DER NEDERLANDEN.
arbeiders-koloniën te Merxplas en te Wortel nabij
Hoogstraten in de provincie Antwerpen waren gesticht,
deels door dezelfde fouten, die groote rampen over
haar voorgangster hebben uitgestort, werd de zuide
lijke maatschappij de stiefzuster van de noordelijke,
tot de revolutie den kelk harer jammeren deed over
vloeien. Reeds in 1830 was de Vlaamsche Maatschappij
niet meer in staat om aan hare financiëele verplichtingen
te voldoen. Nog eenige jaren sleepte ze haar kwijnend
bestaan voort met een bevolking in de koloniën, welke
sinds den aanvang met twee derden was verminderd
tot de Vlaamsche Maatschappij van Weldadigheid in
September 1 842 werd ontbonden. Hare bezittingen werden
in 1846 bij publieken verkoop toegewezen aan Prins
Frederik der Nederlanden, en in 1864 op nieuw ver
kocht. Verkeerde leiding en nationale ondank hebben
de vroegere kolonisten-woningen in puin doen vervallen
en de schatten doen verloren gaan, welke Koning
Willem l en zijn tweede zoon daar hebben gestrooid.
Een breede ruimte vult Prins Frederik in de geschiedenis
van een philantropisch stelsel, hetwelk tientallen jaren
in Nederland moest dienen om het pauperisme te be
strijden, dat in het Zuiden heeft geleid tot loutere
teleur stelling, maar in het Noorden tot in lengte van
dagende nagedachtenis van den Vorstelijken Bescherm
heer zal doen zegenen door het nageslacht van hen,
die te Frederiksoord tot deugd en vlijt zijn bekeerd. Het
jaar der inhuldiging van Koningin Wilhelmina is ook
voor ’s Prinsen stichting merkwaardig door de oprichting
van de Gerard Adriaan van Swieten-Tuinbouwschool.
Sinds zijn vroegste jeugd gewend aan werkzaamheid,
zocht Prins Frederik voortdurend naar de gelegenheid
om aan die zucht te voldoen. Hoewel hij na 1840 niet