272
PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN.
Hoe hoog de jaren ook klommen, werd Prins Frederik
niet oudzijn geest bleef helder, zijn geheugen
een echt Oranje geheugen! sterk en trouw. Nooit
onttrok hij zich aan het openbaar levennoch bij de
herdenking van vaderlandsche herinneringen of nationale
feesten, noch bij de stichting van groote werken, de
grondvesting of onthulling van gedenkteekenen en
dergelijken. Bij lief noch leed van Nederland of Oranje
ontbrak Neerlands oudste Vorst. De Naald in het
zeeduin van Scheveningen en het schoone nationale
gewrocht Ebenhaëzer van kunstig gedreven metaal en
stedendwinger Frederik Hendrik, wiens karakter Prins
Frederik in veel opzichten bezatvan Engeland’s Koning
Willem III, den machtigste der Oranje’s, wiens daden
de Prins steeds met eerbied noemde, die op het Huis
ten Bosch en op het Loo zijn stoutste plannen heeft
beraamd om den invloed van Lodewijk den Veertienden
te fnuiken. Het oog van Prins Frederik schitterde,
wanneer hij sprak van dat glanspunt der grootheid
van zijn stamhuis.
In Silezië w’as de Prins eigenaar van landgoederen,
die reeds aan Koning Willem I hadden toebehoord,
en in 1846 door den Prins aanzienlijk werden uitge
breid door aankoop van het prachtig aangelegde Muskau,
weleer het eigendom der familie von Pückler.
Evenals de domeingoederen in de rente-ambten van
Breda, Neervaart, Oosterhout, Steenbergen, Zevenbergen
en Zwaluwe, in 1816 levenslang aan den Prins over
gedragen als schadeloosstelling voor zijne rechten bij
de vereeniging van Luxemburg met het Rijk, werden
zijn goederen steeds en ten meesten voordeele van de
pachters bestierd.