273
PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN.
op liet Plein 1813 te ’s-Graven-
aan de indrukwekkende feestviering bij
Neerlands sinds vijftig jaren herstelde
Bollendorfschen steen
hage herinneren
gelegenheid van
volksbestaan. De miniatuur-beelden dier gedenkteekenen
in Afrikaansch porphyr en in zilver, door de nazaten
van Hogendorp, van Stirum, van der Duyn, Kemper en
andere leden der hoofd-commissie van 1863 aan haren
Prins-Voorzitter aangeboden, strekken tot een gedachtenis
aan de rustelooze inspanning, het beleid, de omvangrijke
kennis, welke Prins Frederik in de jaren 1863 tot 1869
heeft ontwikkeld, aan de kracht, waarmede Z. K. H. de
tegenwerking van invloedrijke partijmannen heeft ont
zenuwd om het doel der feestviering te bereiken, hetwelk
zich voor den zoon van Neêrland’s Eersten Koning oploste
in een nationale hulde aan de groote verdiensten van
zijn vader. Aan dien reuzenarbeid, door Prins Frederik
persoonlijk verricht, is het te danken, dat 17 November
1863, 24 Augustus 1865 en 17 November 1869 zulke
echt-nationale feestdagen zijn geweest.
Prins Frederik der Nederlanden was één der laatste
vorsten, die konden getuigen van de rampspoedige ge
beurtenissen in het laatst der vorige en in het begin
der tegenwoordige eeuw. Persoonlijk had Zijn Koninklijke
Hoogheid geleden onder de staatkundige stormen,
waardoor Europa in zijn binnenste was geschokt. Hij
behoorde tot de laatst overlevenden onder hen, die
in 1813 en 1814 met eigen vuist tot verdrijving van
den algemeenen vijand en tot herstel van ’slands onaf
hankelijkheid hebben medegewerkt. Zijn naam, in
het Duitsche leger even hoog aangeschreven als op
de Nederlandsche stamboeken, meer nog als Mensch
dan als Vorst onvergetelijk, blijft in Nederland de nagalm
18