277 PRINSES MARIANNE, ENZ. Koninldijke Vor stink „Ongetwijfeld heeft Uwe Koninklijke Hoogheid dezen „ochtend den gelukkigen uitslag vernomen van de „pogingen, die de bezorgdheid Uwer edele mensch- „lievendheid heeft doen in het werk stellen om onze „lijdende natuur en stadgenooten te hulp te komen in „den prangenden nood van eenen langdurigen winter. „Zoo Uwe Koninklijke Hoogheid’s weldadigen maatregel „hun in hunne schamele woningen heeft doen ver- „warmen, voorzeker zijn hunne en onze harten ver- „warmd geworden door de gevoeligste erkentenis en „is het eene behoefte voor ons om de hierdoor meer „en meer toegenomen gevoelens van eerbied en hoog achting voor de Jongste telg van den Koninklijken „Echt, voor de doorluchtige oprigtster van het fonds „van Weldadigheid op de krachtigste wijze aan den „dag te leggen. „En wat kunnen die gevoelens van eerbied en dank- baarheid eerder uitwerken, dan eene gewaarwording „van leed van ons niet te mogen verhoovaardigen op „het geluk van Uwe Koninklijke Hoogheid te tellen „onder de Inboorlingen van den Haag, mitsgaders van „ons onvermogen om deze teleurstelling in derzelver „geheel te herstellen in het belang van deze stad. „Verder hierin te voorzien, dan met, onder Uwer „Koninklijke Hoogheid’s goedgunstig verlof haar te „verklaren tot Burgeres van 's-Graverihage is ons niet „gegeven, maar bij aldien Uwe Koninklijke Hoogheid „de hiervan vervaardigde en dezen brief vergezellende „Acte wilde aannemen en zich laten welgevallen, zouden „wij ons zeer gelukkig achten, als Uwe Koninklijke „Hoogheid met zooveel meer regt mogende stellen aan warmd geworden door de gevoeligste erkentenis het eene behoefte voor ons om meer toegenomen gevoelens van voor de Jongste telg van voor de doorluchtige oprigtster Weldadigheid op de krachtigste wijze

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 416