278 PRINSES MARIANNE, ENZ. 14 April 1830. .makkelijk Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders der stad, „'s-Gravenhage „(get.) COPES VAN CATTENBURG. 1) Zie Notulen van „Ter ordonnantie (get.) B. VAN DER HAAR.” „het Hoofd der Weldadigers, op welker bezit’s-Graven- „hage zich mag beroemen. „Wij nemen de vrijheid dankbare en Hare Vorsten „beminnende bevolking verder aan Uwe Koninklijke „Hoogheid’s welwillendheid aan te bevelen en ons met „diepen eerbied te noemen Koninklijke Vorstin van „Uwe Koninklijke' Hoogheid de zeer ootmoedige en „gehoorzame dienaren In de zitting van Burgemeester en Wethouders van ’s-Gravenhage van den 16 April 1830 werd voor gelezen eene missive van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Marianne der Nederlanden dato 15 April 1830, van den volgenden inhoud „Het is mij aangenaam met toestemming van den „Koning, mijn Vader, de op gisteren van UEdel Acht- baren ontvangen verklaring te kunnen aannemen. Ik „doe dit met des te grooter genoegen, daar zij mij „nog nader zal verbinden aan eene instelling van wel- „dadigheid, welker oprigting mij bij de edele Gezindheid „der Ingezetenen van ’s Gravenhage, reeds zoo ge- makkelijk is geweest, doch tot welker instandhouding

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 417