291 KONING WILLEM III. we vinden den Koning, die door dat loffelijk i en liefdadigheid welke zouden worden aangewend om zooveel mogelijk leeniging aan te brengen. Collecten werden voorbereid; giften en gaven werden gevraagd. Reeds dadelijk vindt men Zijne Majesteit in de eerste gelederen om te doen wat de hand vond om te doen. Geen courant slaat men op, of we vinden eene mededeeling omtrent een initiatief van daarin het Oranjehuis voorging, en i voorbeeld heel Nederland tot weldoen opwekte. Maar de kroon op ’s Konings werk zette Hij, en de harteklop van ’sKonings onderdanen werd er door ver sneld, toen de Courant van 23 Januari 1861 het bericht bracht, dat Z. M. de Koning en Z.K.H. Prins Hendrik zich op Donderdag naar Gorinchem zouden begeven, „ten einde aldaar en elders het tooneel der overstrooming en de noodlijdenden door den watersnood te bezoeken.’’ Reeds des morgens ten vijf uur verlieten de Vorsten de residentie, en reisden onmiddellijk naar Gorinchem, ivaar de Hooge Gasten reeds ten 101/4 aankwamen om zich onmiddellijk naar Herwijnen en de overstroomde dorpen te begeven. Het Kasteel van Baron van Pallandt van Neerijnen zou den Hoogen Gasten huisvesting verleenen Vooraf bezocht de Koning te Gorinchem de ver schillende gebouwen, waarin de noodlijdenden opgenomen waren, benevens de sluis van het Zederikkanaal, de tenten, uit voorzorg opgeslagen, en het .Locomobile.” Op de minzaamste wijze onderhield zich de Koning met allen die Hem tegentraden, inzonderheid met de slachtoffers van de ramp. Zijne Majesteit betoonde zich zeer bewogen. „Treffend was het Z. M. te voet te zien, te midden van Zijn Volk

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 431