303
HENDRIK, PRINS DER NEDERLANDEN.
dat kinderen moesten opgevoed worden met kinderen,
en jongelingen met jongelingen, om door kinderkennis
tot menschenkennis te geraken, mocht hij zijn wensch
niet verwezenlijkt zien, de oprichting van een gebouw
waarin de koninklijke kinderen onderwezen werden
tegelijk met andere kinderen van goede huize, neigingen
en aanleg. Toenmaals eischte de vereeniging van Noord
en Zuid-Nederland, dat het hof en de Staten-Generaal
beurtelings telken jare zich zetelde te Brussel en
’s-Gravenhage. Zelfs volgde Prins Hendrik in het eerste
levensjaar zijne ouders naar Brussel, naar het aloude
Hof van Brabant; kort na zijn intrede in dat oude paleis
brak er ’s nachts een hevige brand uit, die het paleis
en de belendende gebouwen der Staten-Generaal geheel
in asch legde. Ternauwernood werden prinses en kinderen
in veiligheid gebracht. Door deze gedurige wisseling
van woonplaats moest de kroonprins de zorg der opvoeding
steeds overlaten aan een gouverneuraanvankelijk hield
de vader het godsdienstig onderwijs geheel aan zich,
omdat hij de Christelijke zedeleer de hoogste aller leer
stellingen achtte; later nam de Waalsche predikant
Delprat dit onderwijs over.
Eenvoud was het wachtwoord van Willem II, en
gedurig wees hij den gouverneur op de zware verant
woordelijkheid, die rustte op rijkdom en hooge positie,
waardoor beide voorrechten, door zoovelen begeerd en
benijd, dikwerf zwaar waren te torschen Hij leerde zijne
kinderen opmerken, begrijpen en oordeelen. Ook de
lichamelijke opvoeding woog zwaardikwerf nam de
vader deel aan uitspannende spelen en gevoelde zichzelf
dan weer jong. En zeker heeft het goede, dat de op
voeders met Prins Hendrik voor hadden, wortel geschoten;
want kinderlijk geloovig, richtte hij zijne daden naar den