305 HENDRIK, PRINS DER NEDERLANDEN. Ferrol en Corunna te bezoeken. Op deze eerste reize, die slechts een paar maanden aanhield, toonde de jeugdige prins veel ambitie in het vak, en was ’t in de vrije uren zijn grootste genoegen prijzen uit te loven voor diegenen der equipage, die ’t vlugst over de bramzaling heenenterden. Zijn nautische leiding werd toevertrouwd aan den kundigen en rechtschapen zeeofficier Arriëns, die den Prins tot 1842 op al zijne tochten gezelschap hield, eerst als zijn mentor, daarna als zijn kommandant. Zestien jaren achtereen heeft Prins Hendrik actief bij onze zeemacht gediend. Na de afscheiding van Zuid-Nederland bouwde men geene nieuwe linieschepen meer aan, doch die er nog waren, deden dienst, en zoo maakte Prins Hendrik zijn tweede reis op Zr. Ms. Zeeuw, een linieschip van 92 stukken, onder bevel van den kapitein ter zee Rijk. Kopenhagen werd bezocht, en nabij Dagoë een Russisch eskader ontmoet, door keizer Nicolaas uitgezonden om zijn jeugdigen neef te verwelkomen. Twee dagen later ging de keizer op zijn stoomjacht te Cronstadt de Zeeuw tegemoet, en verwelkomde zijn neef aan boord. Ter zijner eere hadden aan het Russische hof feesten plaats en werden verscheidene onzer zeeofficieren aan den keizer lijken disch genoodigd. Hoewel de Prins aan het weelderige Russische hof de held van den dag was, bleef hij, aan boord terug, denzelfden eenvoudigen jongeling van voor heen, die zijn dienst even nauwgezet waarnam. Op de verdere reis werd Stockholm aangedaan, en ook nog enkele Engelsche havens. In het vaderland terug, toog de vorstelijke adelborst naar het geliefd Soestdijk. waar de Prinses van Oranje thans al hare kinderen om zich vereenigd zag, en greep er een klein huiselijk feit plaats, de eerste-steen-legging 20

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 444