309
HENDRIK, PRINS DER NEDERLANDEN.
van 1820 maar ’t was niets
den goenoeng api.
en de ascii van de eruptie
als een gewone zucht van
Java werd dwars doorreisd; de bouwvallen van Mod-
jopahit, de overblijfselen van liet rijk in 1478 onder
gegaan. in oogenschouw genomen; Soerakarta en Djoc-
jocarta. alles wat op Java bezienswaardig was, bezocht;
tot zelfs de rotsen waar met doodsverachting de vogel
nestjes voor de gastronomen werden uitgehaald; de
doodsvalei in het Djinggebergte, waar ongeveer een halve
meter boven den beganen grond een gas uit de aard-
spleten opstijgt, doodelijk voor de inademing. Langer
tijd werd vertoefd bij de oude Boeddhistische tempel
Boro Boedoe, wellicht kunstiger dan de tempels in
Hindostan. In het verrukkelijke Salatiga stilgehouden,
den naam van Willem 1 geschonken aan het in aanbouw
zijnde fort te Ambarawa en eenige dagen uitgerust te
Samarang, waar de prins den eersten steen legde van
den citadel, dien hij Prins van Oranje doopte. De
heerlijke Preanger niet vergeten, noch Bandong met de
hooge Pangkoeban-Praoe, vanwaar het schoonste im
posantste vergezicht werd genotenverder over Tjandjor
na een kort bezoek op den Megamendong, terug naar
Buitenzorg en Batavia.
Feesten van allerlei aard hadden op deze reis plaats,
vele inlandsche tijger- en buffelgevechtenOp het galabal
dat de Gouverneur-Generaal tot afscheid aanbood, werden
vele welgemeende hartelijke woorden gesproken, en deed
de nog jeugdige prins de belofte, dat de belangen van
Indië hem altijd ter harte zouden gaan, welke belofte,
zooals we zien zullen, trouw werd nagekomen.
De oorlogsbodems Bellona en Snelheid stevenden naar
Singapore en Penang, en zeilden in November de Hooghly
op, om de stad der paleizen, Calcutta, te bezoeken.