310
een
HENDRIK, PRINS DEK NEDERLANDEN.
U te aan-
Zooals men van Engelschen verwachten kon, was de
ontvangst luisterrijk; de prins werd in het paleis ont
vangen door den president van den Raad van Indië,
daar de Gouverneur-Generaal Lord Auckland afwezig
was. Toen eenige dagen later de viering plaats greep
van Sint Andries, den patroon der Schotten, werd de
prins met zijn gevolg aan den disch genoodigd, en
een toast door den Chairman der Schotten op den
prins gedronken, die het Hollandsche hart goed deed.
De prins moest persoonlijk van den Prins van Oranje
een brief overhandigen aan Lord Auckland, maar nu
de Gouverneur-Generaal een dienstreis deed, stelde de
president voor, een reis in palankijns, om den gouverneur
op te zoeken. Het Britsche bestuur bekostigde de reis,
en uitmuntend was voor alles gezorgdtwee duizend
mijl waren afgelegd, toen nabij Futtihpoor, den 15deu
December, Lord Aucklands kamp bereikt werd. Een
koninklijk saluut en de troepen onder de wapenen, was
de ontvangst in het kamp. De prins maakte, gezeten
op een vergulden armstoel naast Lord Auckland, de
audiëntie mee, toen enkele inlandsche hoofden verplicht
waren den vertegenwoordiger van Hare Britsche Majesteit,
hunne opwachting te maken.
„Ik hoop dat gij gezond zijt,” zeide de Lord tot
een Radja.
„Ik was niet wel, maar het geluk van
schouwen heeft mij hersteld.”
Oostersche beeldspraak
Interessanter waren de jachten, die de prins op
olifant gezeten, meestal op tijgers, medemaakte.
Over Lucknow, Agra, Delhi en Allahabad, ging
’t terug naar Calcutta, en na een kort bezoek aan
Madras, zette men koers naar Zuid-Afrika. om in Mei