y
(Met afbeelding van het archief-gebouw.)
Den roemvollen naam
handhaven aan de zijde
HARE KONINKLIJKE HOOGHEID
DE GROOTHERTOGIN VAN SAKSEN
PRINSES SOPHIE DER NEDERLANDEN
EN
HET GÖTHE-SCHILLER-ARCHIEF TE WEIMAR.
van Weimar hoog houden en
van haar edeldenkenclen en kunst
minnenden gemaal, den Groothertog Karel Alexander,
dat gevoelde de Groothertogin Sophie als een eerste plicht.
Tot haar laatsten levensdag was het uitoefenen van
wat zij plicht achtte, haar eerste gedachte en haar
grootste behoefte, hoezeer in den laatsten tijd hare ge
zondheid daaronder zichtbaar leed, toen zij wel dezelfde
geestkracht en dezelfde klare inzichten, maar niet meer
dezelfde lichaamskrachten als vroeger had. En bij het
volvoeren van een plicht, kende de Groothertogin geen
bezwaren, welke niet overwonnen konden, moesten worden.
Hare leuze was: „heerschappij over zichzelf is de
„eerste vereischte bij eiken ernstigen arbeid en tot nauw
gezette plichtsvervulling.”
Het beheer en het gebruik ten algemeene nutte van
0