328
DE GROOTHERTOGIN VAN SAKSEN.
Göthe’s letterkundige nalatenschap, die haar door den
laatste van dien naam was vermaakt, beschouwde de
Groothertogin als een patriotische nationale plicht.
Zoodra de Groothertogin zich voor een zaak inte
resseerde, beteekende dit voor haar die zaak met der
daad en met volle krachten te steunen.
Zóó deed zij bij de vele en uitmuntende inrichtingen
in het belang van het volkswelzijn in haar Groothertog
dom, waarvan zij er zoovele zelve schiep en bezielde,
bij die tot bevordering der Duitsch-nationale belangen
in Duitschland en in de nieuwe Duitsche ove.rzeesche
bezittingen, bij zoovele Nederlandsche nijverheids- en
handelsondernemingen, waarvan zij het ondersteunen op
vatte als een plicht, haar opgelegd bij het erven van haar
geliefden broeder Prins Hendrik; zóó deed zij ook in de
laatste twaalf jaren van haar leven voor de Duitsche letter
kunde, voor haar een werktuig ter algemeene beschaving.
De Groothertogin was eene ongeëvenaard werkzame
vrouw, ernstig en diepdenkendtoch ontbrak haar bij
vertrouwelijk verkeer geenszins geestige scherts.
Het was merkwaardig zooals zij bij elke aan haar
oordeel onderworpen zaak, dadelijk de hoofdzaak wist
te onderscheiden en aanstonds handelde of besliste door
de beste en meest praktische maatregelen te treffen,
die zoo goed doordacht waren, dat ze nimmer behoefden
gewijzigd te wordendaardoor heeft de Groothertogin
zóóveel tot stand kunnen brengen.
Reeds op jeugdigen leeftijd vóór haar huwelijk las
zij de meesters der letterkunde in de oorspronkelijke
taal, en toen zij zich voor de nalatenschap van Göthe
geplaatst zag, sprak zij gaarne van den tijd toen zij
op Soestdijk Pascal en Bacon las.
Hoe moest zich die kunstzin niet verder ontwikkelen.