366
DE DOMEINEN VAN HET HUIS VAN OBAN JE.
Zie in het Jaarboekje 1897 wat omtrent dit buitenverblijf
wordt medegedeeld in het artikel „het Haagsche Bosch”. Toch
is het geen Kroon- maar een Staatsdomein.
de residentie is aangewezen het aan den Staat toebe-
hoorende Paleis in het Noordeinde (het Oude Hof);
aan de Vorsten is het onderhoud en de inrichting in
den meest ruimen zin opgedragen, gelijk duidelijk
blijkt uit het aantrekken van belendende gebouwen bij
het paleis. Aanvankelijk waren de stallen gevestigd in
de nu tot openbare doeleinden bestemde gebouwen van
het Valkenhuis bij de Gevangenpoort en elders, tot in
1876 begonnen werd met den bouw voor rekening van
het Rijk der Koninklijke stallen in de Princessentuin,
die ƒ660000.kostte, maar dan ook aan alle vereischten
voldoet. Bij de komst van den Soevereinen Vorst in
1813 was dit paleis nog niet tot bewoning geschikt,
weshalve toen de tegenwoordige Koninklijke bibliotheek
tot residentie werd ingericht.
Ook het Huis ten Bosch werd in 1873, onmiddellijk
na de restauratie weder ter beschikking gesteld van
Koning Willem I, die er gaarne vertoefde evenals de
Koningin Sophia
Op gelijke wijze werd het nog. altijd aan den Staat
behoorend Lustslot het Loo met onderhoorigheden als
zomerverblijf ten gebruike afgestaan aan de regeerende
Vorsten, die daar successievelijk menige schoone ver
andering aanbrachten, waardoor Koning Willem III
zich vooral onderscheidde, terwijl het zijn geliefkoosd
verblijf was.
Het zal wel niemand onbekend zijn dat het Lustslot
Soestdijk eene bezitting is van de Vorstelijke familie;
met aanhoorig park, bosch en gronden werd dit in