372
HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN HET KOORDEINDE, ENZ.
scheidt, hier is integendeel een intiem samenleven van
Koningin en volk op historischen grondslag.
Het Paleis ziet er echt Hollandsch uitstijf, maar
kraakzindelijk; alleen de nationale driekleur, die van
den standaard wappert is niet altijd even helder en
„van alle smetten vrij.”
Hoe het gebouw er verder uitziet behoeft niet gezegd.
De Hagenaars kennen het „van buiten” en de niet-
Hagenaars, die de residentie bezoeken, richten steeds
het eerst hunne schreden naar het Koordeinde.
Wij willen ons dus liever met een klein stukje
geschiedenis bezig houden nu het gebouw in het
kröningsjaar tevens zijn 73e lustrum viert.
Het Oude Hof heeft heel wat binnen zijn muren zien
gebeuren. Bruiloften zijn er gevierd, doopmalen zijn
er gehouden en huwelijken geslotenmaai’ ook dikwerf
heeft een sombere stoet van daaruit den langen tocht
naar Delft ondernomen.
Hoewel oorspronkelijk als particuliere woning bestemd,
is dit gebouw nu reeds meer dan 300 jaren in het
bezit der Oranjes geweest.
Het belangrijkste tijdvak voor de geschiedenis van
het Paleis valt in deze eeuw onder ons Koningschap
toen onze Vorsten Willem I en Willem III er het
grootste gedeelte van hunne regeeringsjaren in ver
blijf hielden.
In de Stadhoudersperiode bleef het geruimen tijd
onbewoond of diendeuitsluitend tot het houden van
bals, diners of dergelijke festiviteiten, terwijl slechts drie
Prinsessen van Oranje er verblijf in hebben gehouden.
Wij zouden het Oude Hof daarom eigenaardiger het
Prinsessehof of, als het niet zoo somber klonk, beter
nog het Weduwen-Paleis kunnen noemen, want merk-