375 HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN HET NOORDEINDB, ENZ. door Louise de Coligny, de onzen eersten Oranje-prins. ’s winters betrokken door heeft in den loop der jaren her- verwisseld. Stond het in de eerste bekend als „de woning van 1566 heette het „dehuysinge Het oude gebouw haaldelijk van naam helft der XVI® eeuw Willem Houdt”, later na van Brandtwijck” en daarna, toen het huis door de Staten-Generaal ten behoeve van Louise de Coligny was gehuurd, werd het gewoonlijk „’t gemeen lantshuys” of later ’t Hoff van de Princesse van Orangnen” genoemd, terwijl het in de resolutiën der Staten van Holland van 1594, doelende op de nationaliteit der bewoonster, „de huysinghe van Vranckrijck” genoemd wordt. Nadat in 1609 het Paleis door de Staten aan Frederik Hendrik was aangeboden, stond het bekend als: -Het Hof van Sijn Genade Prins Frederick Hendrik”, terwijl het later, waarschijnlijk in tegenstelling met de vele lustsloten, die deze prachtlievende Vorst deed verrijzen, eenvoudig „het Oude Hof” werd genoemd. waardig is het, dat waar nu Koningin Emma, de weduwe van onzen laatsten Oranjevorst, er de jongste jaren 's winters geregeld in verblijf hield, het paleis 300 jaar geleden bewoond was sympathieke weduwe van Later werd het paleis Amalia van Sohns in haar langen weduwstaat, terwijl eindelijk Prinses Anna, de weduwe van Prins Willem IV, er kort voor haar dood eenigen tijd in verblijf hield. Eu in de XVIe eeuw, toen het gebouw nog niet tot een vorstelijk verblijf was verheven, werd het enkele jaren door de echtgenoot van Willem Goudt, den stichter van het gebouw, als weduwe bewoond, terwijl het later gedurende een aantal jaren tot verblijf strekte aan de weduwe van den heer van Brandwijck.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 511