Koning Willem I heeft
van „Paleis
Dezen naam behield liet tot 1798 toen in het ver
laten paleis waarin eenige dagen na het vertrek van
Oranje de Fransche generaal Charles
chef van de Armee du Nord was
daarna de Fransche gezant was
van het Uitvoerend Bewind hun
het Oude Hof in „Nationaal Hotel”
den Erfprins van
Pichegru, général en
afgestapt en waarin
gehuisvest, de leden
intrek namen en
werd herdoopt.
Na de troonsbestijging van
het zijn ouden naam verwisseld met dien
in het Noordeinde.”
Om de geschiedenis van „het Oude Hof” uitvoerig
nategaan, daartoe leent zich mijn bestek niet. Ik wil
mij daarom voor ’t oogenblik liever er toe bepalen het
een en ander van zijn geschiedenis mede te deelen uit
de XVIlle en 't begin der XVHde eeuw, uit welken tijd
het minste bekend is, terwijl de mededeelingen van de
oude plaatsbeschrijvers de Riemer niet uitgezonderd
zeer onvolledig en ook onnauwkeurig zijn, en de latere
schrijvers over den Haag elkander slechts zeer getrouw
hebben nageschreven.
Niet verder gaande dan tot 1609, toen het paleis
door liberale beschikking van de Staten-Generaal aan
Prins Frederik Hendrik werd aangeboden, stel ik mij
voor, dit onderwerp later uitvoeriger te behandelen en
in een afzonderlijke studie het licht te doen zien.
Voorloopig dus moet ik, wat de geschiedenis betreft
na 1609, verwijzen naar de interessante bijdragen, die
ons geacht eerelid de heer Arnold Ising in zijn
„Haagsche Schetsen” heeft geleverd en naar hetgeen de
rijksbouwmeester Peters in zijn „Landsgebouwen” daar
omtrent heeft aangeteekend.
376 HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN HET NOORDEINDE. ENZ.