384 HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN HET NOOBDEINDE, ENZ. Door Willem Goudt waren indertijd „bij weten ende beliefte” van zijn huisvrouw ook een paar nichtjes, kinderen van een van zijn zusters „vuytgehylict” n.l. Adriana Woutersdr. met Claes van Meerkerken, wonende te Gorichem en haar zuster Maryken met Aernt Michielsz, wonende te Delft. Als huwelijks- uit. Guillaume le Grandt, die liet ruwe leven hetwelk de jeunesse dorée in de residentie leidde, met vreugde meémaakte, dacht dat de bron van inkomsten van zijn moederlijke echtvriendin onuitputtelijk was. Hij had dan ook, voor hij haar trouwde, zooals hij meedeelt „geensins na den staet van de goeden van Jonkvrouwe Marie, die een zeer rijcke weduwe was, getaelt gehadt. han terende zijne geneuchte ende nyet vorder, denckende dan als jonge luyden dickwils plagen te doen. Ende die voorss. Joncfrouwe Marie gecomen wesende tot bequamen ouderdom nyet mogende eenige moeyten supporteren, hadde haer alle dingen ontslagen sonder oick na die waerde ende grootte van haren te talen ofte te inquireren.” Het duurde dan ook niet lang of zij hadden zich geducht in schulden gestoken en hun goederen moeten bezwaren. En waar de renten niet op tijd werden betaald vervolgden de schuldeischers hen in rechten. Zoo waren zij in 1549 in niet meer of minder dan 18 of 19 processen gewikkeld. De goedgeefsheid van Jonkvrouw Marie had haar in deze ook leelijke parten gespeeld, want niet alleen had zij tegenover haar echtgenoot de koorden der beurs zeer losjes in de hand gehouden, maar ook in haar weduw staat had zij blijken van groote royaliteit gegeven. Zoo was door haar de oudste dochter van haar zuster, Jonkvrouw Anna de Chanu, uitgehuwelijkt aan Jhr. Jaspar Rolle (of Gaspard van Rolle) heer van Thienlay,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 519