385
HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN HET KOORDEINDE. ENZ.
25
Pavessière enz. waarbij zij zicli verbonden had „tot
alimentatie” jaarlijks een zeker bedrag te zullen uitkeeren.
Bovendien had zij hen niet alleen herhaaldelijk eenige
„giften” gedaan maar zelfs een som van 25000 gulden op
hen vastgezet, die zij na haar overlijden zouden ontvangen
en die gevestigd was op de helft van hare goederen.
Toen nu de dankbare neef, die een even onstuimig
leven schijnt geleid te hebben als Le Grandt, bemerkte
dat zijn erfdeel gevaar liep, had hij. beweerende boven
de 25000 gulden nog een pretentie op zijn tante te
hebben, welke de helft van al hare goederen bedroeg,
„tot verseeckertheyt der voorss. twee giften alle des
voorss. Le Grants ende zyns huysvrouwen goeden toe
geslagen, besegelt ende in arreste gehouden.”
De heer Le Grandt, die met dezen maatregel weinig
ingenomen scheen te zijn, was om zich wat te verstrooien
een reisje naar Bourgogne gaan maken en had zich
tevens de vrijheid veroorloofd om een gedeelte van het
losse geld en eenige juweelen mede te nemen. Nauwelijks
was Bolle hiervan onderricht of hij snelde naar het
Noordeinde, stookte zijn tante tegen haar gemaal op,
haar bevreesd makende dat hij al haar geld zou op
maken en wist op slinksche wijze van haar een procuratie
te verkrijgen waarmede hij Le Grandt in hechtenis kon
doen zetten. Hiermede gewapend reisde hij hem achterna,
trof hem in Brussel aan en deed hem daar onmiddellijk
„appreh en deren ende in vangenisse stellen.'”
Als reddende engel verscheen toen aan Le Grandt
gift had hij hen beloofd „zeekere portie ende gedeelte van
zijne goederen, sulcxs haer sonde mogen competerenDaar hij
evenwel bij zijn testament zijn beide nichtjes slechts als legaat
een jaarlijksche rente gemaakt had, waren, na zijn overlijden,
beide neven een proces begonnen tegen Jonkvrouw Marie en
Hendrik Goudt, Willems universeele erfgenaam.