389 HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN HET NOOKDEINDE, ENZ. den ouden voet no. 42 zijn deze en Uit deze sententie d.d. 15 Juli 1555 voorgaande bijzonderheden geput. Guillaume Le Grandt, die in 1561 Jhr. Louis tSeraats als baljuw van den Haag was opgevolgd, was tevens in 1566 meesterknaap van de houtvesterij. Zeer opmerkelijk is het dat Le Grandt nog eenmaal in een minder aangename positie tegenover 's lands advocaat kwam te staan, maar toen waren de blaadjes omgekeerd, want toen mr. Jacob van den Einde in het begin van het jaar 1568 op bevel van hertog Alva, door den graaf van Bossu bij wien hij onder schijn van vriendschap ten avondmaal was genoodigd, werd gevangenomen, werd jhr Le Grandt. als baljuw van den Haag, aangewezen, om hem. nadat hij 12 dagen gevangen had gezeten, op een nacht met al zijne en's landspapieren. tegen alle wetten en voorrechten van den lande in, onder sterk geleide Het Hof stelde Jhr. Louis le Grandt want jonk vrouw Marie was intusschen overleden in het gelijk en condemneerde na rijpe deliberatie den gedaagden „heurluyden handen te trecken van alle die goeden onder den voorss. contracte begrepen, ende den voorss. impetrant daermede te laten bewerden. mits weder ontfangende tgundt zijluyden zullen verifiëren voor den coop ende contracte gegeven, belooft ofte gedebourseert te hebben, ende voorts denzelfden impetrant te doen rekeninge, bewijs ende reliqua van heurluyden hande- linge, bewynt ende administratie.” J) Zoo waren de zaken dus weder op teruggebracht en wij zien dan ook Jhr. Le Grandt, die in 1561 tot bal juw van den Haag was benoemd 2 na overlijden van Jonkvrouw Marie, hoewel het huwelijk kinderloos was gebleven, het huis als eigenaar bewonen, want kort na hun huwelijk hadden zij bij octrooi van den Koning „malcanderen den langste levende van hen beyder bij reciproche maeckinge gegundt ende gemaect eeuwelick ende erffelick thuys staende

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 524