391
HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN HET KOORDEINDE. ENZ.
Anna de Chanu was in tweede huwelijk gehuwd met Van
Bronkhorst, terwijl zij een tiental jaren later opnieuw weduwe
geworden zijnde, een derde huwelijk aanging met Pieter de
Febure van Armentiers (huwelijksvoorwaarden 10 Jan. 1575).
Keg. v. Tr. R. A. p. 144'’.
2) Mr. Quintijn Weitsen, raad van het Hof van Holland, over
leden in April 1565, was in tweede huwelijk gehuwd geweest
met Adriana van Persyn.
3) De heer van Persyn noemde zich in offieieele stukken
,Mr. Pieter- van Ainstelredam”.
Maart 1566 werd door Mr. Dirck van Bronkhorst als
procuratie hebbende van Mr. Anth. de Malfiance over
gedragen aan Laurens van Bronchorst, ridder ende
vrouwe Anna de Chenu sijn geselnede ende elcken
van hem, voer he.mluyden haerluyden hoirs ende actie
van hem hebbende, alsulcken groot huys, boemgaert
ende erve inette laen ende met sijnen toebehooren eertijts
toebehoert hebbende wijlen Joncfrouw Marie Gerritsdr
van Greveroede” enz. „als den voorss. Malfiance tselve
bij decrete van den voorss. Groeten Raide gecoft heeft
ende hem bij een deurwaerder van den selven Raidt
gelevert ende in possessie van dien gestelt was.”
De koopsom bedroeg toen 6200 gulden.
Het perceel kwam dus nu in handen van de eenige
erfgenaam van de Wed. Grondt en haar echtgenoot,
maar deze koopers kunnen niet onder de bezitters van
het huis worden medegerekend, want reeds een week
nadat zij het perceel in eigendom bekomen hadden,
droegen zij het wederom op dezelfde condities over
aan Jonkvrouw Adriana van Persijn, Wed. van Mr.
Quintijn Weijtsen, heer van Brandwijk 2) en aan haar
broeder Mr. Pieter van Persijn. 3)
Deze overdracht vond plaats volgens een door beide
partijen gesloten overeenkomst dd. 8 Jan. 1565 (1566).