392 HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN HET KOORDEINDE, ENZ. eigenaars lieten liet perceel verbouwen en al restaureeren, waardoor liet pand aanzienlijk scheydinge.” In deze de koopsom 4000 door Persijn reparatie Brandwijk be- van Brandwijk” Aan de Wed. van Mr. Quintijn Weijtsen, die bij het passeeren der koopacte alleen aanwezig was werden „de sloetelen van den huyse” overgegeven. Den 16en Aug. 1566 sluiten de beide koopers ten overstaan van hun moeder Elisabeth Dircxd1’. Wed. van Heynrick Jansz. van Persijn en hun broeder Jacob „nae rypelyck beraden ende bedeneken” „een accoord ende contract dair bij elcken worden geassigneert zeeckere gedeelte van de voorss. groote huyse, erve, thuyn ende andere toebehoiren bij forme van acte werd o.a. bepaald dat van Adriana en 2200 gulden door Mr. Pieter van zou worden betaald, terwijl de onkosten van voor 2/3 door haar en voor 1/3 gedeelte door hem zouden worden gedragen. Verder zou het onderhoud van den boomgaard en laan door beiden „halfenhalf” worden bekostigd. Deze woning, welke de Vrouwe van trok, werd naar haar „de huysinghe genoemd. De nieuwe geheel en in waarde steeg. Na overlijden van de Vrouwe van Brandwijk in October 1580 1) gingen haar rechten over op haar zoon Jacob Weijtsen, heer van Brandwijk en Gijbelant. Daar deze het perceel niet bleef bewonen maar zich te Delft op het Bagijnenhof vestigde, werd het huis jaren achtereen aan verschillende aanzienlijke personen verhuurd. Zij werd begraven in de Groote kerk in het graf van haar echtgenoot, waar in 1574 ook was bijgezet het lijk van „Maria” Weitsen P. Persini uxor chariss. Zie Bat. 111. p. 974.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 527