393 HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN BET NOOKDEINDE, ENZ. De boomgaard of tuin achter het huis, welke alleen aan Mr. Pieter van Persijn toekwam, werd afzonderlijk in huur gebruikt door een hoveniereveneens het stuk land, hetwelk eertijds de zoogenaamde „Goudslaan” was geweest en hetwelk nu, nadat de boomen waren geveld, in twee partijen werd verhuurd. Deze laan is duidelijk zichtbaar op den plattegrond van 1570, zie pag. 379. Het groote huis vinden wij in 1591 bewoond door graaf Philips van Hohenlohe, den bekenden bevelhebber in Hollandschen dienst In datjaar evenwel vond de belangrijke verandering plaats, waardoor „de huysinghe van Brandt- wijck” tot een vorstelijk verblijf zou worden gepromoveerd. Alvorens deze verandering te bespreken gaan wij een paar jaren terug. Nadat Prins Willem I in 1584 te. Delft was vermoord, bleef Louise de Coligny met haar zoon en stiefdochters onder kommervolle omstandigheden achter. Prins Maurits was in de rechten van zijn vader getreden en de rijke inkomsten, welke de Prins genoot, waren op hem overgegaan. Het verblijf te Delft in het sombere Agatha klooster, waarin de Prins in Nov. 1572 zijn intrek had genomen, en waar de omgeving haar dagelijks aan het drama van den 10en Juli herinnerde, had voor de Prinses, vooral ook daar de bevolking haar niet vriendschap pelijk gezind was, weinig aantrekkelijks. Haar Fransche afkomst, haar liefde voor haar volk, welke de oorzaak was van de vijandige betoogingen van de Delfenaars, maakten haar tevens het verblijf in Holland recht unheimisch.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 528