i) M. L. Camus-Buffet. De Gemalinnen van Prins Willem I p. 114 De ruwe Hollandsche zeden en gewoonten kwetsten- haar fijngevoelige natuur en vormden een scherp contrast met haar fijnere beschaving. Zij had dan ook spoedig plannen gemaakt om te verhuizen en gaf in begin September aan de Staten-Generaal haar verlangen te kennen om met haar kinderen naar Vlissingen te ver trekken, waar zij dichter bij haar Fransche vrienden was en zich gemakkelijker met hen in verbinding kon stellen. De Staten, welke haar ongaarne zagen vertrekken, noodigden haar dringend uit in Holland te blijven maar toen de Prinses, na herhaaldelijk met Gedeputeerden te hebben geconfereerd bij haar plan „insteerde om voor een maand of 6 weken naar Zeeland te vertrekken”, werd haar verzoek toegestaan op conditie dat de kinderen in Holland zouden achterblijven. Louise de Coligny die haar kinderen niet wilde achterlaten werd hierdoor moreel gedwongen om zeer tegen haar zin in Holland te blijven. De Staten-Generaal noodigden haar hierop uit om zich te Leiden te vestigen, maar hiertoe was zij niet genegen, dan nadat haar voldoening was verschaft voor de beleediging van den fanatieken predikant Hakkius aldaar, die van den kansel had verklaard dat het huwelijk van den Prins met een Fransche vrouw en de prachtige doopplechtigheid van haar zoon een groote misdaad van den Prins was en zijn dood daarom een gerechte straf van God was geweest. Deze voldoening schijnt de Prinses te zijn verschaft althans wij zien haar met haar 5 kinderenLouise, Juliana, Elisabeth, Brabantine, Emilia Antwerpia, en 394 HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN HET KOORDEINDE, ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 529