liet volgende jaar is zij weer te een poging te de noodzakelijke toestemming van haar die der hooge Oomes in den Haag te ver- riep daartoe de hulp in van Hendrik IV belangen zij steeds ijverig had gestreden aangewezen was van Auvergne, een trad met haar neef Willem Lodewijk Stadhouder van Friesland. Begin Januari van Middelburg terug. Haar sympathie voor Holland was in die jaren evenwel niet grooter gewordenintegendeel, zij schiep zich hoe langer hoe meer illusiën om naar haar ge boorteland terug te keeren teneinde de opvoeding van haar zoon geheel op Fransche leest te schoeien. Een voorval in haar leven deed dat vuurtje, hetwelk reeds lang gesmeuld had, tot een groote vlam opvlikkeren. De Fransche koning, zonder land. Hendrik IV, die door Parma’s leger gedwongen was het beleg voor Parijs op te heffen, had besloten hulp te zoeken bij alle Protestantsche bondgenooten in Engeland, Duitschland en Holland. De bemiddelaar die hiertoe werd Hendrik van Turenne, burggraaf neef der Prinses. Toen Louise de Coligny de tijding van zijn bezoek vernam schreef zij hem een langen en dringenden brief om toch vooral haar een bezoek te brengen. Turenne kwam in het begin van 1591 in het land en toefde een dag of acht bij de Prinses in Zeeland. Naarmate de herinneringen uit haar vaderland in dit kortstondig bezoek werden verlevendigd, werd het verblijf in het land waarin zij zich nog altijd als vreemdeling voelde, hoe langer hoe ondragelijker. Zij besloot daarom, nu zij het oogenblik gunstig oordeelde, wagen om stiefzoon en krijgen, en voor wiens 396 HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN HET KOORDEINDE, ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 531