399
HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN HET KOORDEINDE. ENZ.
duidelijk uit hare
van Brandtwijck, had gekocht,
den kooper was het perceel hem bij
het Hof' geleverd. 3)
o. a.
van zijn stiefmoeder blijkt
brieven aan Turenne.
De Staten namen bij resolutie van den 18™ Januari
een gunstige beschikking en stemden er in toe „dat
hare Excellentie met haren zoon ende Familie in de
voornoemde huysinge van Brandtwyck sal werden ont-
fangen ende geaccommodeert en dat de huyre daer af
bij ’t gemeene Landt gedragen sal werden, die bij den
grave van Hohenloo daer af' is gemaeckt, die te vreden
is daer van afstandt te doen, door dien egeene andere
huysinge in den Hage voor haere Excellentie aengenaem
nochte bequaem bevonden is voor hare Hofhoudinge”.
Daar de woning de Prinses scheen te bevallen huurde
de Staten in 1592 het perceel voor drie jaar in en be
sloten tevens daarin „eenige commoditeyten te maecken,
die sonder prejudicie alteydt buyten kosten van den
eygenaer altydt mogen werden hermaeckt/’ 2)
In 1594 vernieuwden zij het huurcontract daar het
perceel een jaar te voren van eigenaar was veranderd.
Deze nieuwe eigenaar was Hendrik Anthoniszoon
Wissel, koopman te Amsterdam, die het huis den 3™
September 1593 voor de som van 14200 ponden van Jacob
Weijtsen. ambachtsheer
Op verzoek van
willig decreet van
Zie J. Delaborde t. I p. 258269.
2) Res. Staten van Hofland 515 Juni. p. 55.
3) Bij den verkoop van onroerend goed werd dikwijls door
den nieuwen eigenaar mandament van willig decreet verzocht
om zekerheid te erlangen of het perceel met geen renten of
erfdienstbaarheden was bezwaard, want alvorens het Hof deze
acte verleende werden allen opgeroepen die eenige actie of
recht op dat goed zouden kunnen pretendeeren, om zich vóór
een bepaalden dag te melden. Kwam nu niemand opdagen dan
was men voor eventueele aanspraken gedekt.