410
HET TEGENWOORDIGE PALEIS IN HET KOORDEINDE, ENZ.
trouwde van de Prinses, kwam in het najaar te over
lijden. Zijn laatste levensdagen had hij op verzoek der
Prinses in hare woning in den Haag doorgebracht,
alwaar hij ook den laatsten adem uitblies, en waar
zich op den dag van zijn begrafenis Prins Maurits,
graaf Frederik Hendrik en vele aanzienlijke personen
vereenigden om de laatste eer aan zijn nagedachtenis te
bewijzen.
De gezanten konden evenwel met hun bemiddeling
tot den vrede niet naar wensch slagen. Prins Maurits,
gesteund door zijn partij, verzette er zich met kracht
tegen en de onderhandelingen dreigden ieder oogenblik
te worden afgebroken. De heer Jeannin richtte daarom
op het einde van het jaar een dringend vertoog aan
den Honing om de bemiddeling in te roepen van Louise
de Coligny en haar uittenoodigen onverwijld naar
den Haag te vertrekken om in het belang van den
vrede pressie op haar stiefzoon uit te oefenen. Louise
de Coligny, die als steeds bereid gevonden werd om
de belangen van den Honing en die van haar tweede
vaderland te dienen, maakte toebereidselen om te ver
trekken maar met het oog op de zeereis in dit ongunstige
jaargetijde werd haar vertrek tot Februari 1608 ver-
schoven. Den 28en van die maand kwam zij in den Haag
aan, vergezeld van haar kleindochtertje Charlotte de
Tremonille, alwaar zij den volgenden dag namens de
Staten van Holland door ’s landsadvocaat en een afge
vaardigde uit de steden Dordrecht, Delft, Amsterdam
en Alkmaar werd verwelkomd.
De moeielijke en onaangename taak welke de Prinses
op de schouders was gelegd, werd haar eenigszins verlicht
door de aanwezigheid van haar kleindochter, die in de
stille woning haar helderen lach deed weerklinken.