421 HET HUIS TER NIEUBURCH. eersten steen te leggen. Somtijds is dit gebouw ook Belvedère genoemd, waarschijnlijk omdat men van het op vierkante zuilen rustend balcon aan den achter gevel van het middengebouw zulk een fraai vergezicht genoot en recht voor zich in het verschiet den toren der Groote Kerk te Delft aanschouwde. Verschillende afbeeldingen en beschrijvingen uit vroeger tijd maken het mogelijk zich eene voorstelling te maken, hoe het lustslot er uit- en inwendig moet hebben uitgezienmen zie hiervoor o.a. F. Muller’s Beschrijving der Nederlandsche historieplaten, deel I. n°. 2958—2983. Het lustslot, vooral in de lengte gebouwd, bestond uit drie vooruitstekende paviljoenen. In het midden verhief zich het vooruitstekende hoofdgebouw, dat het grootste, doch slechts ééne verdieping hoog was en door tusschengebouwen of lange gaanderijen met de twee andere, insgelijks vooruitstekende, vierkante pavil joenen was verbonden. Vierkante kracht, strenge def tigheid waren hoofdvereischten van dit gebouwdat die vereischten waren aangebracht op eene wijze, die het volmaakte nabij komt, dat het geheele gebouw aan al de eischen der kunst voldeed, daarvoor staat het scheppend genie des bouwheers, Jacob van Campen, den beroemdsten architect van den bloeitijd der zeven tiende eeuw, den bouwmeester van het Stadhuis van Amsterdam, dat „’s werelds achtste wonder” wordt genoemd, ons borg, want volgens zijne plannen en onder zijn toezicht werd dit paleis opgetrokken. De kunstlievende Stadhouder had geen kosten ge spaard om het inwendige zoo prachtig mogelijk in te richten. Kostbare tapijten sierden de wanden der zalen. Aan de kunstvaardige hand van den beroemden schilder

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 555