De Oranjezon gloort.
430
ORANJE TE SCHEVENINGEN.
II.
Dinsdag dertig November 1813. Den zeventienden
van slachtmaand van het jaar dertien gaat het te
Scheveningen lustig toe:
Oranje boven!”
De tachtigjarige reeder Simon Berkenbosch Blok,
captein-commandant der schutterij, laat zich de toren
trap opdragen en ontplooit de Oranjevlag.
Allen herlevende Prins zal weldra komenNiet
Willem Vijf, negen April 1806 op achtenvijftigjarigen
leeftijd bij Bronswijk op Oranienstein overleden, zijn
oudste zoon zal, zegt men, als Prins Zes de teugels
van het bewind opvatten. Dagen achtereen zien de
duinen zwart van de menschen.
De Prins begeeft zich den zesentwintigsten aan
boord van het engelsche oorlogschip The warrior, van
een tweeden bodem verzeld. Door tegenwind komen de
schepen eerst in den namiddag van den dertigsten voor
de kust. In de barkas zet zich de Prins met gevolg.
Stuurman Maarten Mos, de hozen aan, waadt haar
tegemoet, roepende: „Wie is de Prins?” Een der heeren
wijst hem aan: „Ben u de Prins?” Deze knikt be
vestigend. Maarten grijpt ’s Prinsen hand en brengt
haar eerbiedig aan de lippen.
Toen de Prins, vlak voor Zeerust, den voet op neer-
landsch bodem zet, slaat het vier uur. Saluutschoten
der engelsche schepen trillen door de lucht. Het gejuich
en gejubel is oorverdoovend. Veler gemoed is overvol.
Menigeen snikt en weent.