447 ORANJE EN ISRAËL. Zie da Costa. Israël en de Volken. van Oranje en Israël steeds verbonden warenik bedoel de goede verstandhouding tusschen Willem III en de Israëlieten, In 1670 kwam er tusschen de Joden te Amsterdam, na eindelooze twisten een vereeniging en verzoening tot stand en besloot men met toestemming van Burge meesters en Schepenen een nieuwe Synagoge te bouwen. De inval der Franschen vertraagde dien bouw, zoodat hij eerst in 1675 voltooid werd, maar toen ook door geheel Amsterdam als een der heuchelijkste feiten werd gevierd. In de lofredenen en feestgaven daarbij kwistig door Joden en Protestanten uitgesproken en ter perse gelegd, worden niet alleen de magistraten van Amsterdam maar ook Willem III en de Hertog van Villa Hermosa, de gouverneur der zuidelijke Nederlanden in allerlei geheim zinnige termen vereerd en bewierookt. Niet gemakkelijk is het den zin dier woorden te vertolkenZeker is het evenwel dat in die dagen meer en meer bleek dat Willem III en Spanje thans natuurlijke bondgenoten waren geworden tegen de heerschzucht van Bodewijk XIV. Spaansche Joden of factoors namen hier de belangen der koningen van Spanje waar, en de betrekking tusschen Willem III en Mozes Curiël, anders gezegd Geronimo Nunez da Costa, een der voornaamste regenten van de Joodsche synagoge en agent van Spanje was van zulk een vriendschappelijke!! aard dat de eerste bij gelegenheid van een bezoek te Amsterdam bij Nunez da Costa zijn intrek nam. 'j Na da Costa vervulden de Belmonte’s de betrekking van agent aan het hof van Willem III. Reeds in 1672 vestigden de Portugeesche Joden zich in den

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1899 | | pagina 582