451
ORANJE EN ISRAËL.
In geen Christenrijk zijn de joden zoozeer als welkome
gasten ontvangen als bij ons.
Waar zij elders slechts werden verdragen ter wille van
hun geld, en elk oogenblik moesten vreezen voor vorsten-
grillen of uitbarstingen van volkswaanzin, werden zij
hier te lande niet alleen toegelaten en geduld, maar
konden zij in gerustheid leven omdat de gewetensvrijheid
de basis was onzer Republiek en omdat zij vertrouwen
konden stellen in Oranje.
En wat door de libertijnen der 16de eeuw ten koste
van goed en bloed was verworven, werd als een der
eerste en hoogste beginselen van wijsbegeerte en Staat
kunde (urbi et orbi) verkondigd in het Godgeleerd-
Staatkundig vertoog van Benedictus de Spinozazoodat,
toen de oude zuurdesem der onverdraagzaamheid zich
na tijden van voorspoed en welvaart, weder begon te
vertoonen, en de geesten ook der meest ontwikkelden
in verwarring dreigde te brengen een der uitneniendste
vernuften die het Jodendom in de wereldgeschiedenis
heeft aan te wijzen, zich opwierp, om voor allen die
deuken wilden, het overtuigend bewijs te leveren, dat
niets meer strekt tot bevordering van de vroomheid en
de rust van de Staat, dan een elk vrij te laten zijn
eigen meeningen te hebben en te uiten.
Wat Holland en Oranje voor de Joden hebben gedaan
is hun rijke]ijk vergolden.
In stoffelijk en geestelijk opzicht hebben zij uitgeblon
ken. Aan Amsterdam hebben zij de Levantsche, Oost-Azia
tische en Amerikaansche handelsbetrekkingen der Portu-
geezenhun grooten rijkdom, geestkracht en vernuft;
aan ons geheele volk de beste en grootste staatsburgers
geschonken op allerlei gebied van kunst en wetenschap.
Zoo loont de deugd der gastvrijheid en verdraagzaamheid