476 ZINNEBEELDIGE VOORSTELLINGEN EN ORANJE-PENNINGEN.
veldheer. In de
de vrijheidshoed
hand een
globe en
hofjuffers naast den Koning staan. Het omschrift luidt
„Zoo bezet Lodewijk XIV, de afgeleefde dwingeland
één stad. Aan de keerzijde staat, verlicht door schitterend
zonlicht, Willem Lil in den dracht van een Romeinsch
eene hand houdt hij een banier waarop
en monogram van Christus, in de andere
getrokken zwaard, aan zijn voeten de aard-
ui drie wapenschilden. Het omschrift luidt
„Willem III de bloeiende verlosser krijgt drie rijken
door deze wapenen.” In den zelfden gedachtengang is er
nog een aardige zeer zeldzame medaille. Men ziet
Lodewijk XIV met den scepter wijzend naar een boven in
het veld staande schitterende zon, en met. het zwaard
gericht naar den grond waar een klein kaarsje staat
te branden. Boven zijn hoofd glinstert de avondster.
Het omschrift verklaart deze zinnebeelden „zoo was ik”
(als de zon) zoo ben ik (als de avondster) zoo zal ik
zijn (als een kaarslichtje). Aan de keerzijde vinden wij
Willem III met het zwaard en den scepter wijzend naar
een kaars en zon, boven zijn hoofd de morgenster. De
omschriften zeggen „zoo was ik” (als een kaars) zoo
ben ik (de schitterende morgenster), zoo zal ik zijn (als
de zon).
Wanneer wij thans ons overzicht beëindigen over de
zinnebeelden op de oranjepenningen dan moeten wij
constateeren dat naast veel wansmaak, veel onwaar
gevoel en schijn, er mooie edele gedachten op voorkomen.
Het is bij symboliek op penningen niet de vraag om
ingewikkelde mythologische en zinnebeeldige voorstel
lingen te geven, maar om te grijpen het meest essen-
tieele van het feit dat men wil herdenken. Onwillekeurig
rijst de vraaghoe zou in zinnebeeldigen trant te her
denken zijn de troonbestijging van onze Koningin